ROB TOGNONI (Aus) website clubReporter: Laurence Photo:Hilde & Laurence |
ROB TOGNONI (Aus) website my space
|
CONCERT REVIEW Zanger Gitarist Rob Tognoni had gedurende Moulin blues 2007 een positieve indruk op mij gelaten, daarom was ik op post om in het stampvolle (en dus bloedhete) Meulenberg een volledig optreden van hem te kunnen meemaken. Hij werd hier vergezeld door de Duitse bassist Frank Lennartz en drummer Murco Kirch. Rob is al een oude rocker, 30 jaar geleden besloot ie de bulldozer om te ruilen voor een gitaar, maar bleef wel dezelfde stijl hanteren, subtiliteit is niet zijn forte. Zijn zwaar Tasmanisch accent maakt hem even verstaanbaar als zijn geschrift in mijn notitieboekje. Vergeef me dan als ik een paar tittels niet kon ontcijferen. Met “Rock ‘n Roll business man” werd de toon gelegd voor de rest van de avond, rockblues met punch, en daarvoor hoeft ie in tegenstelling tot vele anderen geen gebruik te maken van overmatige decibels. Op zijn rode handgebouwde Sign Powermaster gitaar, en via schoeisel om weken mee door de outback te trekken maar hier voor stevige pedaalwerk inclusief veelvuldig wah wah gebruik, liet hij in “coming home at last” horen dat hij ondanks zijn leeftijd nog boordevol energie zit. In “Black chair” vertoonde hij zijn behendigheid met de snaren terwijl bassist en drummer hem energiek begeleidden. Zelden heb ik van in het begin het bijna voltallige publiek zo zien meeshaken, inclusief de ober doorheen de zaal gedurende de rest van de avond. “Dark Angel” was voor Rob’s maatstaven een rustig nummer waarin hij graag de jaren 60 en 70 liet weerklinken. De Jimmy Hendrix invloeden lagen er dik op en doorheen dit lang nummer kregen we een gans scala gitaartechnieken voorgeschoteld. Alleen maar lachende gezichten in het publiek bewezen dat het goedwas. “Dirty occupation” was pure bluesrock waarbij fotografen die closeups van Rob wilden maken besprenkeld werden door zijn rondspattend zweet. “God Bless America” was een lied dat hij geschreven had ten tijde van de eerste golfoorlog, en het klonk heviger als de bombardementen van B52’s op de ingegraven troepen rond Kouweit. Het deed me ook fel aan ZZ-Top denken. Daarna een zeer snel Western achtig nummer met typisch weinig variërend slagwerk, dat echter wel op veel applaus kon rekenen. “Guitar Boogie” draaide meer rond diepere gitaarklanken waar ik wel van hou, laten we zeggen het betere ruige blueswerk. De eerste set werd afgerond met “Bad girl” waar duidelijk wordt dat hij nooit de stempel gitaarvirtuoos zal krijgen, maar genoeg kunde en inventiviteit bezit om zijn publiek te boeien met ongecompliceerde riffs en variëteit. Dat nummer is trouwens al terug te vinden op zijn cd van 1995 Tijdens de pauze vernam ik van Rob dat hij tussen zijn veelvuldige Europese optredens, in augustus naar Australië terugkeert om er alweer een nieuwe cd in te blikken, terwijl er in 2008 ook al 2 uitgebracht werden, zeker geen artiest op de terugweg dus. De tweede set begon ie met zijn lichtblauwe gitaarvariante van dezelfde bouwer, waarmee hij een traag doch even heavy song neerpootte meer gebruik makend van de hoger klinkende snaren. Daardoor werd zijn stem ook duidelijker hoorbaar en deze is wel aangenaam en geschikt voor zijn genre. Op het einde ging het crescendo en eindigde hij heel intens op de knieën (zie foto). In het volgende waren de decibels gratis en kregen we een bassolo tijdens de gitaarwissel, riffs van smoke on the water en een challenge response spelletje tussen de 2 gitaristen. De volgende rock and roll was kort en krachtig en toen een verrassing, een echte trage blues met mooie finger picking. Dat had ik niet van hem verwacht midden al dat geweld, het publiek ook niet en dat reageerde verschillende malen met spontaan applaus en waaaw uitdrukkingen op het gelaat tijdens die song. De interactie tussen zang en snarenwerk, het gevoel dat die in beide legde, de zingende snaren, alles klonk zo perfect. Om dat te brengen moet je meer virtuoos in het hoofd als met het lichaam zijn. Bij zijn volgend sneller lied merkte ik op dat hoe grijzer het publiek, hoe minder ze konden blijven stilstaan, en dat op zulk ruige klanken. Hun kinderen (en kleinkinderen?) moesten hen bezig zien, ze zouden hun ogen niet geloven. Toen “crossroad” van The Cream en “Hey Joe” (bekend door TJW en JH) door de boxen weerklonken bewees Rob dat hij perfect aanvoelde wat zijn publiek wou, maar bracht danig kundig bewerkte interpretaties ervan dat ze duidelijk zijn stempel droegen en niet zomaar goedkope covers waren. Het klonk allemaal beter als we ooit verwacht of gehoopt hadden. Dit was niet echt ingestudeerd, maar improvisaties en variaties van de bovenste plank. De bassist kon nog wel volgen, maar de drummer had het er duidelijk moeilijker mee. Zonder playlist en met soms snelle overgangen was het natuurlijk niet makkelijk om Rob te begeleiden. “Baby please don’t go” werd bijvoorbeeld aan een snelheid boven Mach 2 opgevoerd. Om daarvan te bekomen mocht de drummer een solo brengen, en dat begon begrijpelijk traag maar groeide gaandeweg in een energiek einde, die man moet duidenden calorieën verbruikt hebben onder de spots die avond. Dat Rob moderne tijden niet schuwt demonstreerde hij met een swingend en rockend nummer van Amy Winehouse. Tijdens de bisnummers stond ik mee te dansen en heb dus niks meer opgeschreven, maar het waren een drietal nummers waarin hij demonstreerde dat hij de master of the heavy blues is, en daarin bleekzijn ritmesectie ook heel goed te zijn. Ik kon er klanken alla Johnny Rivers in terugvinden, maar ook van Status quo. Rollbaby roll leek me dan ook een perfecte afsluiter. Ik verheug me al hem op 5 juli terug te zien in de Patersdreef van Tielt, en helemaal gratis, ben benieuwd hoe de aanwezige jeugd daar gaat op reageren. Bugaboos met Meulenberg is toch wel een winnende combinatie zeker wat programmatie betreft. Het is ook de enige plek waar je met reservatie moet werken want in tegenstelling tot andere bluescafés is het hier bijna altijd stampvol bij optredens. Jo, Louis en Heidi, ik weet dat jullie een rustperiode dik verdiend hebben, maar waar moeten wij dan wel heen? Naar Australië didgideroo muziek gaan beluisteren? Want hun bluesspelers zitten het Westelijk halfrond af te schuimen! Rob Tognoni heeft letterlijk en figuurlijk een neus voor goede zaken…en het is een heel sympathieke knul…ik hou zijn agenda in het oog want hij staat ook al begin 2009 geboekt in Verviers. Laurence
|